Afbeelding

Welke impact heeft de coronacrisis op gezinnen?

Het zijn uitzonderlijke tijden. Er gelden strenge maatregelen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Kinderen konden meer dan twee maanden geen lessen volgen op school en veel ouders moe(s)ten noodgedwongen thuis werken. Wij wilden graag weten hoe gezinnen zich aanpassen aan deze crisis, welke steun ze hebben, en voor welke oplossingen ze kiezen.

Vragenlijst

We lanceerden daarom een online vragenlijst over de volgende thema's. De survey liep van 23 maart tot 20 april 2020.

- Op welke manieren ervaren gezinnen de combinatie gezin en werk in deze nieuwe context?
- Hoe organiseren gezinnen zich in deze periode?
- Hoe zoeken gezinnen naar oplossingen en steun in deze crisisperiode?

Op 20 april sloten we af met een geverifieerde respons van 5.245 respondenten die minstens 50% van de voor hen relevante vragen invulden. In de steekproef bleken de respondenten naar leeftijd, geslacht, regio, gezinsverband en inkomen voldoende vertegenwoordigd.

Dit onderzoek kan helpen om inzicht te krijgen in de dagelijkse impact van de crisis, en een beter begrip van waar uitdagingen en kwetsbaarheden liggen.

Verneem meer over de resultaten

We stelden de eerste resultaten voor op 15 mei, op onze online studiedag naar aanleiding van de Internationale Dag van het Gezin.

>> In het persbericht van 14 mei en de bijlagen (hiernaast opgelijst) vind je het overzicht van de resultaten.

>> Herbekijk de opnames en lezingen van de E-studiedag 'In verband met gezinnen'.

Interesse in verder onderzoek op basis van onze data?

Onze data bevatten een schat aan informatie die (nog) niet helemaal ontgonnen is.

We denken zelf bijvoorbeeld aan een meer gedetailleerde analyse van de effecten van de coronamaatregelen op genderverhoudingen.

Heeft u zelf interesse in de analyse van andere thema's? Wil u eventueel aan de slag gaan met de data uit deze survey voor bepaalde onderwerpen?

Neem dan zeker contact op met ons via kcgezinswetenschappen@odisee.be en dan bekijken we samen hoe we dit best aanpakken.

Persoverzicht

Vooral ouders met kleuters uitgeput door combinatie werk-kinderen, kopte De Morgen op 24 april. Tijdens het VRT-nieuws van 19u op 25 april citeerde Martine Tanghe uit het artikel in haar interview met Vlaams onderwijsminster Ben Weyts.
Knack.be besteedde op 14 mei aandacht aan het onderzoek: 'Meer dan 8 op 10 mensen willen blijven thuiswerken na corona'
Bruzz.be publiceerde op 14 mei een artikel over het onderzoek: '84 procent wil ook na coronacrisis telewerken' ; herbekijk hier de Bruzz-interviews met Miet Timmers en Kathleen Emmery.
De Engelstalige nieuwssite The Brussels Times bracht er een artikel over: '84% wants to keep teleworking after coronavirus crisis'
Voor Sociaal.net schreven onderzoekers Miet Timmers, Joris Van Puyenbroeck en Kathleen Emmery het opiniestuk 'Niet iedereen heeft het goed in zijn bubbel'.
ATV.be, de Krant van West-Vlaanderen en Plus Magazine hadden het over het onderzoek.
Q-music interviewde Miet Timmers op 14 mei.
8 op 10 willen ook na corona telewerken, publiceerde Het Laatste Nieuws op 15 mei.
Thuiswerk: niet evident, maar 84 procent van werknemers wil het behouden, luidde de conclusie van HR Square op 15 mei.
"84% van de ouders wil graag meer thuiswerken na corona, maar dan zonder kinderen," schreef Libelle Mama op 17 mei.
Wordt het een scheidingsgolf of een babyboom na Corona? Dat vroeg Radio 1 in Nieuwe Feiten aan Kathleen Emmery op 19 mei.
Willen we nog wel terug naar kantoor?, vroeg De Morgen zich af op 22 mei. Ons corona-onderzoek kwam ook hier aan bod en Miet Timmers werd erover geïnterviewd: 'Volgens Miet Timmers, docent Gezinswetenschappen aan de Odisee Hogeschool, ligt de grens op halftijds thuiswerken. Voor wie die overschrijdt, is het mogelijk dat het sop de kool niet waard is. "Werknemers die minder aanwezig zijn op de werkvloer worden minder gezien", zegt Timmers. "Ze missen soms informatie. Maar zo grijpen ze ook naast promotiekansen. Op de lange termijn heeft het dus een negatief effect."
Gaan we voorgoed out of office? De Tijd stelde zich die vraag en citeert Miet Timmers uit het artikel in DM van 22 mei.